Wanneer spreekt men van een spoedgeval?

Hier vindt u een beknopte lijst met de meest voorkomende spoedgevallen bij huisdieren.

  • Acute verlamming: met of zonder pijn
  • Aanvallen van epilepsie: indien deze langer dan 15 minuten duren (omvallen, verdwaasdheid, vergrote pupillen, speekselen, spiertrekkingen, urineverlies)
  • Niet kunnen plassen: vooral bij katten, eventueel gecombineerd met braken, lusteloosheid en klaaglijk miauwen
  • Snel opzwellende buik: en daarbij braakneigingen, speekselen of kwijlen, erge pijn, omvallen
  • Oververhitting: erg hijgen, blauw verkleurende tong, omvallen, rectale temperatuur hoger dan 40°. Probeer zelf het dier snel en aanhoudend af te koelen met koude natte doeken
  • Bloedingen: erge bloedingen die niet vanzelf stoppen (een hond gaat echt niet doodbloeden van een ingescheurde of verkeerd afgeknipte nagel), met mogelijk erge sufheid en pijn
  • Geboorteproblemen: als een hond weeën heeft en begint te persen, en er komt binnen de 2 uur helemaal geen pup
  • Erge ademhalingsproblemen: blauw verkleurde tong, paniek, niet willen gaan liggen en erg versneld ademen
  • Ongevallen, botbreuken: erge pijn, abnormale stand van ledematen, bleek worden van tandvlees en binnenkant oogleden
  • Insectenbeten: als er een allergische reactie optreedt (opzwellen van vnl. hoofd, kleine bobbeltjes op het hoofd, jeuk, benauwdheid)
  • Braken: indien dit voortdurend gebeurt en de hond of kat erg lusteloos wordt